The blame game

The blame game

The Blame Game
Iedere manager kent The Blame Game. Dit is zo’n spelletje waarbij managers elkaar of hun teamleden de schuld geven van situaties die eigenlijk niet eens met hun functioneren te maken hebben. Het is alsof je in een slechte sitcom zit, waar iedereen elkaar de schuld geeft voor de kleinste dingen. Het is best grappig als je erover nadenkt, maar in de praktijk kan het behoorlijk frustrerend zijn.

Rem voor de ontwikkeling van de organisatie
Neem nou die manager die een meester(es) is in The Blame Game. Vaak is het niet eens zo dat die persoon echt een probleem heeft met iemand anders, maar eerder dat ze zelf met onzekerheden worstelen. Het is alsof ze een soort schild nodig hebben om hun eigen gebrek aan zelfvertrouwen te verbergen. En ja, dat kan echt een rem zijn voor de ontwikkeling van de organisatie. Want als jij als manager constant anderen de schuld geeft, wie gaat er dan nog verantwoordelijkheid nemen? Dat leidt alleen maar tot een sfeer waarin niemand zich veilig voelt om fouten toe te geven of om nieuwe ideeën te delen.

De schandpaal
En het is niet alleen maar een kwestie van wie de schuld krijgt. Het gaat ook om de impact op de teamdynamiek. Wanneer je als manager voortdurend bezig bent met het wijzen naar anderen, dan creëer je een cultuur van angst. Mensen durven niet meer openhartig te zijn, en dat is zonde. Iedereen heeft wel eens een mindere dag of maakt een fout. Dat hoort erbij! Maar als je teamleden bang zijn om te falen omdat ze denken dat ze aan de schandpaal genageld worden, dan gaat dat ten koste van de creativiteit en samenwerking.

Afleidingsmanoeuvre
Wat ook vaak gebeurt, is dat deze managers gewoon niet goed weten waar ze het over hebben. Ze voelen zich misschien ondergesneeuwd door hun verantwoordelijkheden en in plaats van eerlijk te zijn over hun twijfels, gaan ze anderen beschuldigen. Het is een afleidingsmanoeuvre, maar uiteindelijk schiet niemand er iets mee op. De organisatie stagneert en iedereen blijft met vragen zitten.

Eigen ontwikkeling
Een manager die zich niet verder ontwikkelt en niet leert om open te zijn over zijn of haar onzekerheden, is een obstakel voor groei. En dat is zonde, want er is zoveel potentieel in elk team. Het zou mooi zijn als managers meer tijd zouden besteden aan hun eigen ontwikkeling in plaats van het spelletje van de schuld te spelen.

Het draait allemaal om samenwerking en vertrouwen. Als iedereen in het team zich veilig voelt om te praten over wat er speelt, dan krijg je een heel andere sfeer. En ja, dat kan alleen maar goed uitpakken voor de organisatie. Dus laten we de Blame Game maar eens achter ons laten en kijken hoe we samen verder kunnen groeien.

Wat betekent werkgeluk?

Wat betekent werkgeluk?

Soms lijkt het alsof iedereen het erover heeft, maar wat betekent werkgeluk eigenlijk? Tijdens de managementopleiding die ik verzorg, komt het vaak ter sprake. Voor mij is werkgeluk dat je met plezier naar jouw werk gaat. Maar het is eigenlijk nog meer dan dat. Het gaat ook om de momenten dat ik mij bewust ben van de keuzes die ik maak voor mijn toekomst.

Ik denk dan aan de dingen die ik met mijn werk kan bereiken. Bijvoorbeeld: door mijn werk kan ik wellicht voldoende verdienen om mijn ideale toekomstbeeld waar te maken. Dat idee alleen al, dat ik met mijn werk kan bijdragen aan een leven dat ik wens, geeft mij een goed gevoel. Het betekent ook dat ik met mijn werk blijdschap, vreugde en plezier kan creëren, niet alleen voor mezelf, maar ook voor de mensen om mij heen.

En dat is wat het voor mij zo bijzonder maakt. Het is niet alleen maar een baan, het is een manier om te groeien. De uitdaging die ik elke dag aangaat, de mensen die ik ontmoet, de dingen die ik leer, het voegt allemaal een extra laag toe aan mijn werkervaring. Soms is het ook wel lastig om die voortdurende zoektocht naar blijdschap en voldoening voor te zetten, maar elke kleine overwinning, elke glimlach, maakt het de moeite waard.

Misschien is het idee van werkgeluk dat het niet alleen gaat om het werk dat je doet, maar om de impact die het heeft op jouw leven en de mensen om jou heen. Het is in dat opzicht een manier om verbinding te maken met wat je doet en dat geeft een gevoel van voldoening. Althans, dat vind ik…

Dus, wat is werkgeluk voor jou?

Een voorspelling is niets waard

Een voorspelling is niets waard

Ik snap niet waarom managers er soms dagenlang over moeten doen om een voorspelling te maken. En dat bedoel ik niet een of andere heftige life-changing voorspelling, maar gewoon een voorspelling om bepaalde keuzes op te baseren.

Ik heb weleens gezien dat het opstellen van een begroting voor de praktijk dagenlang in beslag nam. En eerlijk gezegd, ergerde ik mij daaraan. Mijn kijk op het maken van voorspellingen is namelijk simpel: een voorspelling is een voorspelling. Dus: misschien wel of misschien niet. En in het geval van NIET, dan zoek je een oplossing, maar het heeft echt 0,0 zin om teveel tijd te steken in een voorspelling.

Neem bijvoorbeeld het opstellen van een begroting voor jouw praktijk. Je kunt alles tot in de puntjes uitrekenen: wat de personeelskosten gaan zijn, wat de huur kost, en zelfs hoeveel koffie je nodig denkt te hebben voor de maandelijkse teamvergaderingen.

Maar stel je voor dat jouw trouwste assistent op 1 januari 2025 besluit om ineens ontslag te nemen. Dan kun je al die berekeningen wel vergeten. Je superdeluxe voorspelling is op dat moment net zo waardevol als een schatting die je in twee minuten had kunnen maken.

Het ding is, als je te veel tijd steekt in het finetunen van een voorspelling, kan het zomaar zijn dat je jezelf in de weg zit. Je kunt eindeloos blijven schaven aan die cijfers en scenario’s, maar uiteindelijk blijft het een gok. Dus waarom zou je jezelf zo onder druk zetten? Een voorspelling die je snel maakt, kan net zo goed zijn als eentje waar je een hele dag aan hebt gewerkt. Het gaat erom dat je de grote lijnen ziet en niet verstrikt raakt in de details.

Niemand heeft namelijk tijd om elke kleine variabel uit te werken. Er zijn zoveel factoren die buiten jouw controle liggen. Misschien komt er een nieuwe concurrent om de hoek kijken of verandert er iets in de wetgeving waar jij geen weet van had. Of misschien heeft jouw assistent wel een geheime droom om wereldberoemd te worden als DJ. Je weet het nooit!

Dus ja, maak die voorspellingen, maar doe het met een knipoog. Zorg ervoor dat je altijd ruimte houdt voor wat er ook maar kan gebeuren. Het is een beetje zoals koken: je hebt een recept, maar soms gooi je er gewoon wat extra kruiden bij en hoop je dat het goedkomt. En zoniet, dan heb je iets geleerd voor de volgende keer.

Dus als manager is het dus helemaal niet erg om af en toe een sprongetje in het diepe te wagen met die voorspellingen. En wie weet, misschien komt er wel iets moois uit voort. Maar vergeet niet dat het allemaal maar schattingen zijn en dat er altijd iets kan gebeuren waardoor alles anders loopt.

 

Gewoon jezelf zijn

Gewoon jezelf zijn

Ik heb deze blog speciaal geschreven voor de startende praktijkmanager, of voor de assistent die graag praktijkmanager wilt worden. Ik denk namelijk dat acceptatie door jouw team wellicht het eerste en meest belangrijke doel moet zijn voor iedere startende praktijkmanager. Vandaar dat ik dit ook als één van de thema’s heb opgenomen in de opleiding: Van Assistent Tot Praktijkmanager.

Blog:
Als je net begint als praktijkmanager, kan het een uitdaging zijn om geaccepteerd te worden door jouw team. Je komt binnen met nieuwe ideeën en misschien zelfs wat zenuwen. Maar eigenlijk draait het allemaal om authentiek zijn. Gewoon jezelf zijn, dat is de basis. Mensen voelen het als je nep bent of je anders voordoet dan je bent.

Ten eerste
Dus, wat kun je doen om connectie te maken? Allereerst kan je beginnen met luisteren. En ik bedoel écht luisteren en niet alleen met je oren, maar ook met je “hart”. Oftewel: tussen de regels door lezen of luisteren. Het is namelijk belangrijk om te begrijpen wat jouw team nodig heeft en hoe ze zich voelen. Als jij laat zien dat je hoort wat zij zeggen, bouw je aan een brug. Niemand waardeert een leidinggevende die gewoonweg niet luistert.

Ten tweede
Ten tweede moet je altijd dienen. Dat klinkt misschien een beetje raar voor een stereotype manager, maar het is zo simpel als het klinkt. Jij bent er om jouw team te ondersteunen en hen te helpen hun werk beter te doen. Door te laten zien dat jij er voor hen bent, creëer je een sfeer waarin mensen zich veilig voelen om hun gedachten en ideeën te delen.

Gelijkwaardigheid
Ik merk dat mijn teams zich gewaardeerd voelen als ik, als zijnde interim-manager, heb bedien. En dat is precies wat ik wil bereiken. Het idee dat je naast hen staat en niet boven hen creëert een gevoel van gelijkwaardigheid omdat ik dat ook echt geloof. Als manager sta ik namelijk nooit boven mijn team, maar altijd naast hen, of zelfs onder hen.

Wees jezelf
Dus als je net begint als praktijkmanager, onthoud dan: wees jezelf, luister goed, dien jouw team en laat ze weten dat jij er voor hen bent. Want als manager is het jouw taak om er voor jouw team te zijn ❤️

Gekke gerrit

Gekke gerrit

Soms hoor je een liedje en dan gaat er een lampje branden. Laatst hoorde ik een lied van Opgezwolle, “Gerrit”. Het gaat natuurlijk over gekke Gerrit, en tijdens het luisteren dacht ik: dit is precies wat er met sommige praktijkmanagers aan de hand is. Er wordt gerapt: “Gekke Gerrit, je wilt te graag.” En dat is zo herkenbaar.

Neem nou die praktijkmanagers die maar al te graag alles perfect willen doen. Ze willen een 10 scoren op elk gebied, alsof dat een soort olympisch doel is. Maar wat ze niet doorhebben, is dat als je op het ene gebied een 10 wilt scoren, je op een ander gebied onvermijdelijk een onvoldoende haalt. Het is een beetje zoals de wet van de aantrekkingskracht, maar dan net even anders.

Als jij bijvoorbeeld heel hard streeft naar een hoge omzet, kan ik je met zekerheid zeggen dat het ten koste gaat van jouw team en misschien zelfs de sfeer in de praktijk. Dan scoor je op dat gebied weer een 3, terwijl je dacht dat je met die 10 op omzet alles voor elkaar had.

Stel je voor: je rent als een dolle om alles op rolletjes te laten lopen. Je hebt grote plannen, ambities, en dat is allemaal mooi en aardig. Maar ondertussen zie je jouw team in de stress schieten omdat ze niet meer kunnen volgen. En dat is zonde, want uiteindelijk is het de samenwerking die de praktijk draaiende houdt. Dus ja, als jij te graag wilt, dan ben je eigenlijk gewoon een soort van gekke Gerrit of Gerda.

Ik kan je nog een ander voorbeeld geven van deze interessante dynamiek waar ik het over heb. Neem bijvoorbeeld de werkdruk. Als jij maar blijft pushen voor goede cijfers, zal je op een gegeven moment merken dat jouw teamleden zich terugtrekken.

Ze willen niet meer met jou samenwerken omdat ze het gevoel hebben dat ze niet aan jouw verwachtingen kunnen voldoen. En dat is dan weer zonde, want dat kan de sfeer in jouw praktijk echt verpesten.

Het is een beetje alsof de praktijkmanagers waar ik het er in het begin over had, een soort ongeschreven regel hanteren, namelijk dat dat als je geen 10 scoort, je dan faalt. Maar wat als falen juist de kans biedt om te leren? Wat als het helemaal niet erg is om niet altijd bovenaan te staan? Misschien moet je af en toe eens terugschakelen en kijken naar wat echt belangrijk is. Maar ja, dat vraagt wel om wat zelfreflectie en misschien zelfs om het durven loslaten van de drang naar perfectie.

Dus, als jij jezelf in deze blog herkent, wees dan gerust: je bent niet alleen. We hebben allemaal wel eens die gekke Gerrit in ons zitten die maar blijft duwen en trekken. En wie weet, misschien helpt het om daar af en toe bij stil te staan.

Ik vier geen successen

Ik vier geen successen

Moet je eigenlijk wel je overwinningen vieren? Dat vraag ik mij soms af. Ik ben niet zo’n type dat het nodig vindt om het behalen van een doel met een groot feest te vieren. Voor mij is het behalen van iets gewoon een onderdeel van de planning. Soms lukt het, soms niet. En dat is prima. Maar als ik om me heen kijk, zie ik mensen die echt een feestje willen bouwen als ze iets hebben bereikt. En dat respecteer ik, hoor.

Ik herinner me nog een paar keer dat ik als manager het woord moest voeren tijdens zo’n viering. Nou, dat zag er niet uit. Ik stond daar, met een drankje in mijn hand, en dacht alleen maar: “Waarom sta ik hier?” Het voelde gewoon niet goed. Ik vind het veel belangrijker om de voorwaarden te scheppen zodat anderen kunnen vieren. Dat voelt voor mij gewoon beter.

In de dagelijkse praktijk zorg ik er wel voor dat er ruimte is voor een feestje. Ik initieer het soms zelfs, maar ik ben nooit degene die het feest opent. Dat voelt gewoon raar. Het idee dat ik daar moet staan om iets te vieren waarvan wij wisten dat het zou gebeuren, is gewoon niet mijn stijl.

Ik heb geleerd dat het oké is om niet altijd in de schijnwerpers te willen staan. Het is prima om achter de schermen te blijven en anderen te laten stralen. Misschien ben ik gewoon meer een supporter dan een speler in dit geval. En dat is ook helemaal oké.

Dus, wat denk jij? Moet je die momenten echt vieren, of is het meer een kwestie van doorgaan naar het volgende doel?