fbpx

Veel praktijkhouders beweren dat zij zelfsturend personeel hebben. Dit betekent echter niet dat het personeel goed samenwerkt of een effectief team vormt.

Als je de meeste praktijkhouders vraagt wat qua praktijkorganisatie het liefst willen, zal bijna geen van allen zeggen: “zelfsturend personeel” terwijl ze dat uiteindelijk wel bedoelen. De praktijkhouders zullen vaak zeggen dat ze geen gedoe met het te personeel willen. Het liefst hebben zij personeel dat alle problemen zelf oplost en zelf beslissingen neemt.
De praktijkhouders die dit proberen te bereiken passen vaak het “geven en nemen” principe toe. Helaas doen de meeste dit onbewust verkeerd door het personeel hun zin te “geven” om daar “geen gedoe” terug te krijgen.

Informele hiërarchie

Daarnaast is er ook een groot aantal praktijkhouders dat informele hiërarchie onder de assistenten toestaat. Dit staan zij toe zodat zij zo weinig mogelijk tijd hoeven te besteden aan het uitvoeren van organisatorische taken. De keerzijde hiervan is dat een aantal personeelsleden bepalend wordt voor de cultuur en het personeelsbeleid binnen de praktijk. Dit resulteert veelal in een ongelijke verdeling van taken en privileges. De kans hierop is het grootst als de personeelsleden met een hoge informele hiërarchische status deze hebben gekregen op basis van hun senioriteit in plaats van hun competenties of algehele inzet.

Hoe zelfsturing wel bereikt kan worden

Zelfsturing houdt niet in dat er geen hiërarchie mag bestaan. Hiërarchie onder het personeel is zelfs een voorwaarde om een team zelfsturend te maken. Deze hiërarchie moet echter wel formeel, transparant en daadkrachtig te worden geïmplementeerd.

Om een team zelfsturend te maken dienen de onderstaande activiteiten chronologisch uitgevoerd te worden.

Activiteit 1: Informeren

De eerste stap die een praktijkhouder dient te nemen is het informeren van alle personeelsleden over zijn plannen om ze tot een zelfsturend team te maken. Het doel hiervan is het geleidelijk meenemen van de personeelsleden in de komende veranderingen zodat er zo min mogelijk verwarring ontstaat.

Activiteit 2: Competenties bepalen

De tweede stap die de praktijkhouder dient te nemen is het bepalen van de competenties van zijn personeelsleden. Dit kan gemakkelijk gedaan worden met een 360 graden feedback instrumenten of assessments door externen.

Activiteit 3: Selecteren personeelsleden

Nadat activiteit 2 is doorlopen dient de praktijkhouder een selectie te maken van de personeelsleden die hij bepaalde verantwoordelijkheden wilt toebedelen.
De selectie dient gebaseerd te zijn op de competenties van de individuele personeelsleden en op basis van hun algehele inzet binnen de praktijk.
Wat hier een voorwaarde voor is, is dat de praktijkhouder het vermogen bezit om in te kunnen schatten of zijn personeelsleden competent genoeg zijn om bepaalde verantwoordelijkheden te dragen.

Activiteit 4: Opleiden

Wanneer de praktijkhouder een selectie van personeelsleden heeft gemaakt, zal hij ervoor moeten kiezen om de personeelsleden wel of niet op te leiden.
Indien de praktijkhouder constateert dat zijn personeelsleden na het genieten van een opleiding niet competent genoeg zijn om een zelfsturend team te vormen, dient hij af te zien zijn plannen om een zelfsturend team te creëren.

Activiteit 5: Steunen

Als de praktijkhouder de bovenstaande punten heeft doorlopen, rest hem alleen nog maar de taak om zijn personeelsleden te leiden.
Dit houdt vooral in dat hij duidelijk dient te zijn over zijn verwachtingen en hij laat zien dat hij hun autonomie respecteert. De meest simpele manier waarop hij dit kan doen is door niet bij voorbaat hun beslissingen in twijfel te trekken.

zelfsturende teams binnen de tandheelkunde