Praktijkmanagers doen zich tijdens een sollicitatiegesprek soms anders voor dan dat ze zijn
Als interim-praktijkmanager houd ik regelmatig sollicitatiegesprekken met sollicitanten. De meest interessante sollicitanten, zijn wat mij betreft de mensen die solliciteren op de functie van praktijkmanager. Dat zijn namelijk mensen die solliciteren op de functie die ik op dat moment bekleed. Ze solliciteren als het ware op mijn baan. Tijdens de sollicitatieprocedure krijg ik een bepaald beeld van de kandidaat praktijkmanager. Dat beeld wordt gevormd door hetgeen hij of zij zegt in combinatie met mijn waarnemingen. En in de meeste gevallen lijkt er een verschil te bestaan tussen wie de praktijkmanagers zeggen dat ze zijn en wie ze later echt blijken te zijn.
Ze doen zich vaak niet opzettelijk voor als een ander
Van alle praktijkmanagers die ik heb aangenomen, waren er maar een paar die ook echt waren wie ze zeiden dat ze waren. Daarmee bedoel ik niet dat ze zich opzettelijk voordeden als iemand anders. Maar wat ik wel bedoel, is dat zij zichzelf heel anders omschreven dan hoe ze in werkelijkheid blijken te zijn. Er bestaat als het ware een soort discrepantie tussen wie ze zeggen dat ze zijn, en wie ze werkelijk zijn.
Waar de discrepantie vooral in bestaat, is niet zozeer in het inhoudelijke van wat ze zeggen. Het bestaat vooral in de mate waarin ze de nadruk leggen op bepaalde karaktereigenschappen. Een sollicitant kan bijvoorbeeld de nadruk leggen op hoe belangrijk hij of zij de sfeer in een praktijk vindt terwijl daar in werkelijkheid niets van terug te zien is.
Discrepanties zijn menselijk
Ik moet zeggen dat ik het niet erg vind om de eerdergenoemde discrepanties waar te nemen. Het is wat mij betreft iets menselijks. Het is namelijk niet zo dat iedereen automatisch een goed beeld van zichzelf heeft. Soms hebben we namelijk wat feedback vanuit onze omgeving nodig om te zien wie we werkelijk zijn.
Wat ik mij ook realiseer, is dat iedere praktijk uniek is en daarbij is ook ieder mens uniek. Dus dat betekent dat zij van tevoren niet tot in detail kunnen weten wat ze belangrijk zullen vinden in de specifieke praktijk waarin ze zullen komen te werken.